Een onderdeel van de schutterij is de schietploeg. Dit is een groep leden van de schutterij die zich bezig houden met het wedstrijdschieten op Bondsfeesten, Bondsschieten en Erekruis schieten. De leden van de schietploeg bestaan niet alleen uit de schutters maar ook leden als bielemannen, tamboers en officieren doen mee aan deze schietwedstrijden.

Het zestal is niet zoals alle andere genoemde onderdelen een apart onderdeel tijdens de optocht, nee, het zestal bestaat uit een team van zes schutters uit de diverse onderdelen die door en door getraind zijn op het afschieten van bölkes.

Een van de belangrijkste onderdelen in het schuttersgebeuren is namelijk het schieten op de bölkes. Daarvoor is een paal van 12 meter hoog geplaatst waarop een rek gemonteerd wordt waar zich 5 latten op bevinden. Aan elke zijde van een lat bevinden zich van boven naar onder 18 bolletjes van 1.5 cm bij 1.5 cm op stokjes van 0.5 cm bij 0.5 cm.

Een zestal schutters moet een rij van 18 bölkes afschieten om een ronde verder te mogen gaan, wie zonder misser schiet is de winnaar. Per ronde dient elke schutter drie bollekes te schieten, dus 18 schoten per ploeg.

Wanneer in een ploeg een bölke gemist wordt, is het zestal uitgeschakeld. Deze strijd is heroïsch, zinderend, met ingehouden zenuwachtigheid, uitgeschreeuwde vreugde en uitgevloekt verdriet. Er wordt ronde na ronde verder geschoten tot zestal na zestal afhaakt. Uiteindelijk blijft de sterkste over en dit heldenzestal ontvangt dan de zo fel begeerde hoofdprijs.

Bij het schieten met de buks wordt deze op een opleg paal gelegd omdat de buks vrij zwaar is (+/- 15kg). Deze is ongeveer van 8 tot 10 meter met de paal van bölkes verwijderd. Het zestal wordt begeleid door een buksmeester, die verantwoordelijk zijn voor de samenstelling van het zestal en alle veiligheidsvoorschriften die er bij horen. De buksmeester hoeft niet per definitie onderdeel van het zestal te zijn.